SV | Ik zal hen voorzeker wegrapen, spreekt de HEERE; er zijn geen druiven aan den wijnstok, en geen vijgen aan den vijgeboom, ja, het blad is afgevallen; en [de geboden, die] Ik hun gegeven heb, die overtreden zij. |
WLC | אָסֹ֥ף אֲסִיפֵ֖ם נְאֻם־יְהֹוָ֑ה אֵין֩ עֲנָבִ֨ים בַּגֶּ֜פֶן וְאֵ֧ין תְּאֵנִ֣ים בַּתְּאֵנָ֗ה וְהֶֽעָלֶה֙ נָבֵ֔ל וָאֶתֵּ֥ן לָהֶ֖ם יַעַבְרֽוּם׃ |
Trans. | ’āsōf ’ăsîfēm nə’um-JHWH ’ên ‘ănāḇîm bagefen wə’ên tə’ēnîm batə’ēnâ wəhe‘āleh nāḇēl wā’etēn lâem ya‘aḇərûm: |
Ik zal hen voorzeker wegrapen, spreekt de HEERE; er zijn geen druiven aan den wijnstok, en geen vijgen aan den vijgeboom, ja, het blad is afgevallen; en [de geboden, die] Ik hun gegeven heb, die overtreden zij.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Ik zal hen voorzeker wegrapen, spreekt de HEERE; er zijn geen druiven aan den wijnstok, en geen vijgen aan den vijgeboom, ja, het blad is afgevallen; en [de geboden, die] Ik hun gegeven heb, die overtreden zij.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!